Radio-C

juni 27, 2006

Niobe - White Hats


Niobe, de dochter van Tantalus en de vrouw van koning Amphion die ze 14 kinderen schonk, is niet alleen een sterfelijke figuur uit de Griekse mythologie maar ook het 'geesteskind' van Yvonne Cornelius, geboren in Frankfurt maar al sinds 1994 woonachtig in Keulen.
Ze debuteerde met "Radioersatz", wat een mysterieuze en surrealistische reis vol vreemde geluiden, kleurrijke arrangementen en ongewone zang was. Haar unieke vocalen worden voortgebracht door zogenaamde 'tong-geluiden', een techniek waardoor de stem gaat trillen en golven.

Het is dan ook niet vreemd dat het eerste nummer op "White Hats" wel lijkt opgenomen in een aquarium. Het doet zelfs enigzins denken aan het nummer 'Underwater love' van Smoke City. Maar gelukkig verwerkt Yvonne ook andere invloeden in haar muziek, zo is de sfeer van de jaren 50 nooit ver weg. Ook kleine tokkelliedjes kom je tegen op deze plaat, luister bijvoorbeeld eens naar het lazy 'Surround your hover' of de eigentijdse chanson 'In the sun'.
Aan het begin van de titeltrack komt er zelfs een Afrikaanse wind opsteken maar die gaat al snel liggen om plaats te maken voor (zeer trage) country. 'Touch this flower' is opgebouwd uit electronica en strijkers en kan zo op de soundtrack van een James Bond-film.
Niobe slaagt er zelfs in om funky te klinken in 'Up hill and down Dale', een song die zo op Roisin Murphy's album van vorig jaar had gekund. En in het slotnummer 'Cool Alpine' wordt er kwistig met disco-invloeden gestrooid.

Je merkt het al: veel variatie dus op "White hats" maar ook enkele vullertjes zoals 'Phosphorous' en 'Drei Zinnen'. Twee songs die wat mij betreft alleen kunnen dienen als (vrij irriterende) achtergrondmuziek bij een screensaver vol vissen.
Maar al bij al weet Niobe ons best te verrassen met deze cd, niet alleen door de variatie maar ook door vrij origineel uit de hoek te komen, weliswaar niet altijd met hetzelfde resultaat.


Downloads:
Hires (mp3)
Give all to love (mp3)

MySpace (Tomlab)

juni 23, 2006

De Rosa - Mend


Wie zich afvraagt hoe een groep zou klinken die ontstaan is uit één derde post punk en twee derde post folk, zal nu eindelijk het antwoord weten, namelijk 'De Rosa'. Deze band heeft zijn wortels in het grijze Lanarkshire, ergens in Schotland en beweert op hun MySpace-pagina beïnvloed te zijn door zowat alles en iedereen, gaande van The Beatles tot The Arcade Fire, van Tom Waits tot Sonic Youth en ga zo maar door (lees er gerust zelf het lijstje op na en als meer dan de helft daarvan in uw platenkast staat, bent u hier wellicht aan het goede adres).
Niet dat deze invloeden er vingerdik op liggen, De Rosa verstaat echter de kunst om hiermee een eigen sound te creëren die enerzijds bekend in de oren zal klinken en anderzijds nergens schaamteloos gestolen lijkt (alleen misschien af en toe eens goed gepikt!).

Openingssong 'Father's eyes' is alvast een veelbelovende binnenkomer: indie-rock met weerhaakjes en met nerveus refreintje (hey, dat klinkt als Pavement?) en daarbovenop krijgen we nog een leuk uitgewerkte climax cadeau die het vooral moet hebben van zijn herhaling ("The change, the change, etc"). De riff van de eerste single van dit album, 'Camera', zou niet misstaan hebben op "Silent alarm" van Bloc Party maar daar daar nog wat Sonic Youth-noise aan toe te voegen is er van plagiaat geen sprake meer en kunne we gewoon spreken van een uitstekende rocksong.
Even stoom afblazen gebeurt onder andere op 'New Lanark' waar de geest van Death Cab for Cutie even opdoemt. Ook in 'Hopes and little jokes' gaat het er wat rustiger aan toe: de akoestische gitaren zijn hier verantwoordelijk voor de meest folky song op "Mend".
Ook meer dan uitstekend zijn bijvoorbeeld 'Kathkin Braes' (met zeer meezingbaar refrein), 'On recollection' (springerig en nijdig) en 'Headfirst' (drie songs voor de prijs van één).

"Mend" staat vol eerlijke pop/rock-songs die vaak verkleed zijn als indieklassiekers of traditionele folksongs. De Rosa slaagt er daarnaast ook in om je telkens op het verkeerde been te zetten waardoor de songs nog meer aan spankracht winnen en bij elke luisterbeurt nog beter worden. De ene keer wordt er furieus gerockt, de andere keer worden de akoestische instrumenten bovengehaald om de ideale kampvuursong ten berde te brengen. Zelfs binnen dezelfde song wordt er van richting veranderd zonder dat de song uit elkaar valt.
Kortom, hier is een indie-band aan het werk die geen gebrek heeft aan songschrijverstalent, een groep waar het woord 'beloftevol' misschien al wat achterhaald lijkt. Hun naam is De Rosa, hun debuut heet "Mend" en ligt vanaf vandaag in de winkels.

Links and downloads:
MySpace
Good Hodgkins
Video voor 'Camera'

juni 16, 2006

Ladyhawk - Ladyhawk


Doe jezelf een enorm plezier: ga naar de site van Ladyhawk (of klik hier onderaan deze recensie) en beluister er het tweede nummer ('The Dugout') van de gelijknamige debuutplaat van deze heren uit Vancouver en ik garandeer je dat je verbluft zal zitten luisteren naar deze song. Het klinkt namelijk alsof je een goede vriend tegenkomt die je in jaren niet meer hebt gezien en die je dan plots in de kroeg tegen het lijf loopt, waarna een zware nacht onvermijdelijk blijkt. Een nacht waarin de herinneringen aan bepaalde gitaarrock-platen die je vroeger koesterde het gesprek gaan beheersen. Platen die je nu niet meer beluistert omdat ze óf verloren gegaan zijn in een verhuis, óf verdwenen zijn naar donkere kelders of stoffige zolders. Namen zoals The Replacements ("Let it be") of Neil Young ("Tonight's the night") zullen wellicht het gesprek bevolken.

Ladyhawk serveert ons op hun debuut nog meer van deze lekkere brokken gitaarrock waar het spelplezier echt vanaf druipt. Zo zal 'My Old Jacknife' je humeur onmiddellijk positief prikkelen, mede dankzij het handgeklap in de song. 'Long 'till morning' is een mooie slepende gitaarsong geworden die zonder problemen de 7-minutengrens overschrijdt én er zit zelfs een goede oude gitaarsolo in verborgen, zo één die het nummer écht naar een hoger plan weet te tillen. Ook in 'Advice' worden de snaren lanzaam bespeeld, het gevolg is een wat bluesy rocksong met het credo "Don't work for nothing, don't work for free" erin gegraveerd. 'Teenage love song' klinkt dan wat meer hedendaags, er schuilt namelijk een Foo Fighters song in (dat refrein!) en de gitaren hebben wellicht school gelopen bij Dinosaur Jr.

Ladyhawk kreeg op deze plaat ook de hulp van Amber Webber (zang) en Josh Wells (percussie, orgel en zang) van Black Mountain, maar ook zonder deze muzikale steun zou dit album een echte aanrader zijn. Ik durf op dit moment zelfs beweren dat we dit jaar geen leukere gitaarplaat zullen horen, zelfs Dinosaur Sr. of Pearl Jam moeten hier hun meerdere in herkennen want deze plaat klinkt gevarieerd, fris, spontaan, opgewekt en meeslepend tegelijk, doe ze dat maar eens na. De conclusie laat ik volledig aan u over.

Downloads:
The Dugout MP3
Sad Eyes Blue Eyes MP3

juni 12, 2006

Shearwater - Palo Santo


Shearwater is ontsproten aan de creatieve breinen van Will Sheff en Jonathan Meiburg, die beiden een uitlaatklep zochten voor hun rustige songs waar blijkbaar geen plaats voor was in hun andere groep, Okkervil River. Drie full-albums later is dit 'gelegenheidsproject' uitgegroeid tot een echte (rock)groep onder leiding van zanger en multi-instrumentalist Meiburg. Deze keer componeerde Meiburg echter alle songs volledig zelf en met "Palo Santo" neemt hij tevens wat afstand van de de oorspronkelijke folk-country-sound die zo kenmerkend was voor het oudere Shearwater-werk.

"Palo santo" gaat van start met het magistrale 'la Dame et la Licorne', een song die samenhangt van de onderhuidse spanning en de sfeer oproept van Talk Talk's meesterwerk van eind de jaren '80. Zelfs de stem van Meiburg leunt vervaarlijk dicht aan bij die van Mark Hollis. De breekbare stem van Meiburg verliest kort na de openingsakkoorden even de zelfbeheersing om uit te roepen 'Where is my boy?' en deze wanhoopskreet zal nog het gehele nummer nazinderen en uiteindelijk culmineren in een grootse finale. Dit is een openingsnummer om duimen en vingers bij af te likken, een song waarvoor kippevel is uitgevonden en alles wat hierop moet volgen, kan gewoonweg niet even goed zijn, denkt men bijgevolg spontaan. En toch slaagt Shearwater erin om de hoge verwachtingen in te lossen en daarmee is "Palo Santo" zowaar een van de beste platen van 2006.

'Red sea, black sea', de song die na dit openingsnummer komt, moet het hebben van het hijgende ritme dat als een versnelde polsslag de gehele song domineert. In het refrein laat Meiburg ons zelfs kennis maken met zijn beheerste agressie. Het is ook een van de weinige up-tempo nummers op deze plaat. Ook 'Seventy-four seventy-five' is voorzien van een sneller dan gemiddeld tempo en klinkt zelfs als John Cale in zijn hoogdagen! Het gehamer op piano, de voorzichtig scheurende gitaren, ja zelfs blazers zijn hier verantwoordelijk voor misschien wel het meest radiovriendelijke nummer.
Minder snel maar even meeslepend is het aarzelende van start gaande 'White Waves', dat al snel een licht bluesy gitaarriff opgestoken krijgt die vervolgens langzaam naar ons hoofd trekt om ons dan goedkeurend te doe meeknikken.

Het titelnummer is een breekbaar tokkelliedje geworden dat mooie herinneringen oproept aan Radiohead's 'Exit song' - zonder de grootse finale dan - maar dat blijkt hier geen echt gemis. 'Nobody' is nog zo'n akoestisch gitaarliedje waaruit nog maar eens blijkt dat hoe soberder een song soms aangekleed wordt, hoe meer effect hij resorteert. En ook in 'Sing little Birdie' wordt opnieuw met de gevoelige snaar gespeeld waardoor de plaat bijna wat eenvormig gaat klinken, maar daarvoor duurt de song nét niet lang genoeg want al snel serveert Meiburg ons zijn meest poppy song, een song waarvan we even dachten dat McCartney achter de piano had plaats genomen, maar twintig seconden later weten we al niet meer waar die gedachte vandaan kwam. 'Johnny Viola' is gewoon het dichtste dat Shearwater bij een doorsnee-popsong zal komen.

'Failed Queen' - je moet me vergeven dat ik even dacht aan Extreme's 'More than words' - is opnieuw Shearwater op z'n breekbaarst dat ook nog een een mooi piano-coda meekreeg.
In 'Hail Mary' vervolgens mag Meiburg zich vocaal nog eens écht laten gaan zonder dat het pathetisch wordt. Het is een song die niet had misstaan op het magistrale "Black Sheep Boy" van Okkervil River - en voor wie deze plaat (nog) niet kent: 'Hail Mary' is gewoon een dijk van een song. 'Going is Song' is het weemoedige slotnummer dat hier het licht mag uitdoen, maar wie troost zoekt in het plotse donker zal snel de repeat-toets vinden om zich nog eens volledig te laten onderdompelen in "Palo Santo". Amen!

Dat deze gelegenheidsgroep is uitgegroeid tot een echte band is hier duidelijk te horen want 'Palo Santo' bewandelt niet alleen nieuwe wegen in de muzikale loopbaan van Shearwater, het is ook de plaat waarmee frontman Jonathan Meiburg bewijst dat hij een uitstekend songschrijver is. 'Palo Santo' is warme, wat duistere, plaat geworden die heel waarschijnlijk in vele eindejaarslijstjes zal opduiken, in het mijne alvast. Hier kan ik vervolgens maar één conclusie aan vasthangen: kopen die handel, en daarna genieten!

Downloads:
Seventy-four Seventy-five (mp3)

juni 10, 2006

The Replacements - Don't you know who i think i was?


Een van de meest invloedrijke bands uit de gitaar-scene van de jaren 80, was ongetwijfeld The Replacements. De band heeft echter nooit van het echte succes mogen genieten maar nu ze dezer dagen weer 'hot' zijn, wil hun platenfirma Rhino een graantje van dit succes meepikken door een best of uit te brengen.
Dit verzamelalbum zal gebukt gaan onder de titel "Don't you know who I think I was?" en zal de 18 beste songs uit hun carrière bevatten met daarnaast - hoe kan het ook anders - nog twee splinternieuwe songs zodat ook de echte fans deze verzamelaar zullen moeten aanschaffen.

De tracklist:

1. Takin A Ride
2. Shiftless When Idle
3. Kids Don't Follow
4. Color Me Impressed
5. Within Your Reach
6. I Will Dare
7. Answering Machine
8. Unsatisfied
9. Here Comes A Regular
10. Kiss Me On The Bus
11. Bastards Of Young
12. Left of The Dial
13. Alex Chilton
14. Skyway
15. Can't Hardly Wait
16. Achin' To Be
17. I'll Be You
18. Merry Go Round
19. Message To The Boys - (previously unreleased)
20. Pool & Dive - (previously unreleased)

Links:
The Hype Machine

juni 05, 2006

Flaming Lips - At War with the Mystics


"At War with the Mystics" is de elfde plaat uit de 13-jarige carriere van The Flaming Lips en neem het van mij aan: u moet ze echt gehoord hebben! Ik kan niet beloven dat u ze goed gaat vinden, maar wie zichzelf een muziekliefhebber noemt moet minstens één maal in zijn leven onderworpen worden aan de unieke sound die The Flaming Lips weten te creëren.
En als ik er u dan bij vertel dat "At War With The Mystics" misschien wel de beste plaat van The Flaming Lips is, dan vraag ik me af wat u hier nog zit te doen.
U kan het volledige album beluisteren op hun site (klik door op audio)

Gisteravond waren ze te gast in de Vooruit in Gent en afgelopen weekend speelden ze ook nog Pinkpop plat. En als u straks de recensies leest van een van deze concerten, zal u wellicht (net als ik eigenlijk) spijt hebben dat u er niet bij was/kon zijn.

Laten we dus maar gewoon besluiten dat The Flaming Lips verantwoordelijk zijn voor een van de betere platen van dit (in mijn ogen toch wat magere) jaar.

Wie me niet wil geloven leest er de volgende recensies maar eens op na.
Second opinions: Digg*, Humo, FileUnder, KindaMuzik en SoundsLike.

Video voor de 'Yeah Yeah Yeah Song'
MySpace