Radio-C

juni 12, 2006

Shearwater - Palo Santo


Shearwater is ontsproten aan de creatieve breinen van Will Sheff en Jonathan Meiburg, die beiden een uitlaatklep zochten voor hun rustige songs waar blijkbaar geen plaats voor was in hun andere groep, Okkervil River. Drie full-albums later is dit 'gelegenheidsproject' uitgegroeid tot een echte (rock)groep onder leiding van zanger en multi-instrumentalist Meiburg. Deze keer componeerde Meiburg echter alle songs volledig zelf en met "Palo Santo" neemt hij tevens wat afstand van de de oorspronkelijke folk-country-sound die zo kenmerkend was voor het oudere Shearwater-werk.

"Palo santo" gaat van start met het magistrale 'la Dame et la Licorne', een song die samenhangt van de onderhuidse spanning en de sfeer oproept van Talk Talk's meesterwerk van eind de jaren '80. Zelfs de stem van Meiburg leunt vervaarlijk dicht aan bij die van Mark Hollis. De breekbare stem van Meiburg verliest kort na de openingsakkoorden even de zelfbeheersing om uit te roepen 'Where is my boy?' en deze wanhoopskreet zal nog het gehele nummer nazinderen en uiteindelijk culmineren in een grootse finale. Dit is een openingsnummer om duimen en vingers bij af te likken, een song waarvoor kippevel is uitgevonden en alles wat hierop moet volgen, kan gewoonweg niet even goed zijn, denkt men bijgevolg spontaan. En toch slaagt Shearwater erin om de hoge verwachtingen in te lossen en daarmee is "Palo Santo" zowaar een van de beste platen van 2006.

'Red sea, black sea', de song die na dit openingsnummer komt, moet het hebben van het hijgende ritme dat als een versnelde polsslag de gehele song domineert. In het refrein laat Meiburg ons zelfs kennis maken met zijn beheerste agressie. Het is ook een van de weinige up-tempo nummers op deze plaat. Ook 'Seventy-four seventy-five' is voorzien van een sneller dan gemiddeld tempo en klinkt zelfs als John Cale in zijn hoogdagen! Het gehamer op piano, de voorzichtig scheurende gitaren, ja zelfs blazers zijn hier verantwoordelijk voor misschien wel het meest radiovriendelijke nummer.
Minder snel maar even meeslepend is het aarzelende van start gaande 'White Waves', dat al snel een licht bluesy gitaarriff opgestoken krijgt die vervolgens langzaam naar ons hoofd trekt om ons dan goedkeurend te doe meeknikken.

Het titelnummer is een breekbaar tokkelliedje geworden dat mooie herinneringen oproept aan Radiohead's 'Exit song' - zonder de grootse finale dan - maar dat blijkt hier geen echt gemis. 'Nobody' is nog zo'n akoestisch gitaarliedje waaruit nog maar eens blijkt dat hoe soberder een song soms aangekleed wordt, hoe meer effect hij resorteert. En ook in 'Sing little Birdie' wordt opnieuw met de gevoelige snaar gespeeld waardoor de plaat bijna wat eenvormig gaat klinken, maar daarvoor duurt de song nét niet lang genoeg want al snel serveert Meiburg ons zijn meest poppy song, een song waarvan we even dachten dat McCartney achter de piano had plaats genomen, maar twintig seconden later weten we al niet meer waar die gedachte vandaan kwam. 'Johnny Viola' is gewoon het dichtste dat Shearwater bij een doorsnee-popsong zal komen.

'Failed Queen' - je moet me vergeven dat ik even dacht aan Extreme's 'More than words' - is opnieuw Shearwater op z'n breekbaarst dat ook nog een een mooi piano-coda meekreeg.
In 'Hail Mary' vervolgens mag Meiburg zich vocaal nog eens écht laten gaan zonder dat het pathetisch wordt. Het is een song die niet had misstaan op het magistrale "Black Sheep Boy" van Okkervil River - en voor wie deze plaat (nog) niet kent: 'Hail Mary' is gewoon een dijk van een song. 'Going is Song' is het weemoedige slotnummer dat hier het licht mag uitdoen, maar wie troost zoekt in het plotse donker zal snel de repeat-toets vinden om zich nog eens volledig te laten onderdompelen in "Palo Santo". Amen!

Dat deze gelegenheidsgroep is uitgegroeid tot een echte band is hier duidelijk te horen want 'Palo Santo' bewandelt niet alleen nieuwe wegen in de muzikale loopbaan van Shearwater, het is ook de plaat waarmee frontman Jonathan Meiburg bewijst dat hij een uitstekend songschrijver is. 'Palo Santo' is warme, wat duistere, plaat geworden die heel waarschijnlijk in vele eindejaarslijstjes zal opduiken, in het mijne alvast. Hier kan ik vervolgens maar één conclusie aan vasthangen: kopen die handel, en daarna genieten!

Downloads:
Seventy-four Seventy-five (mp3)