Radio-C

augustus 30, 2005

Death Cab for Cutie "Plans"


Mede dankzij hun bijdragen aan de (toch niet echt schitterende) serie The O.C. kende Death Cab for Cutie hun echte doorbraak en op de soundtrack van de serie vind je zelfs een nummer van hun vorige album "Transatlanticism", dat uit 2003 dateert, terug.
Nog meer succes had het gelegenheids(?)project The Postal Service, een samenwerking tussen Ben Gibbard van Death Cab en Jimmy Tamborello van DNTEL. Het leverde hun platenfirma Subpop zelfs hun eerste gouden plaat op.
Dat succes heeft er wellicht voor gezorgd dat Gibbard nu zijn eerste plaat voor een grote platenfirma mocht maken en wellicht zal "Plans" door een groter marketingbudget dan ook meer verkopen dan zijn voorgangers.

'Marching bands of Manhattan', het openingsnummer van "Plans", leidt ons met een orgeltje de wereld van Death Cab for Cutie in waarna een gitaartje en de wat engelachtige stem van Gibbard de song langzaam naar een climax brengen. 'Soul meets body', de eerste single, klinkt als een van de meer poppy songs van New Order en klinkt zelfs ronduit commercieel.
Wat volgt klinkt echter wat inspiratieloos: 'Summer skin' weet niet van welk hout pijlen maken en zorgt er voor dat onze oorspronkelijke euforie over deze nieuwe Death Cab een flinke knauw krijgt. Ook het ijle 'Different names for the same thing' weet niet echt te overtuigen, ondanks de outro die zo weggelopen lijkt van het Postal Service album en het volledig akoestische 'I will follow you into the dark' zou met wat goede wil op een plaat van Bright Eyes kunnen staan, maar haalt net niet het niveau van Conor Oberst's songs.
Maar 'Your heart is an empty room', 'Someday you will be loved' en 'Crooked teeth' kunnen dan weer wel een goedkeurend gemurmel aan ons ontlokken, het zijn dan ook staaltjes van melodieuze indiepop waar Death Cab zeer bedreven in is.
Een van de betere nummers op "Transatlanticism", zo niet het beste, was het titelnummer dat op "Plans" blijkbaar een vervolg kent in 'What Sarah said', alleen moet de sequel, zoals zo vaak, onderdoen voor het origineel, wat hier niet wil zeggen dat het nummer afschuwelijk slecht is, verre van zelfs. Veel minder is 'Stable song': een walsje/slaapliedje dat zijn job wel heel erg letterlijk opneemt: 1-2-3-geeuw.

"Plans" weet dus niet over de gehele lijn te overtuigen maar er staan wel genoeg sterke songs op om Ben Gibbard en de zijnen een plaatsje te bewaren bij de betere indie-pop-groepjes van het moment. (7.5/10)